CAMINO
CAMINO
In drie maanden en drie weken liep hij 2348 kilometer. De pelgrimsroute – Camino – naar Santiago de Compostella in Noordwest Spanje. Daar zou door een ster het graf gewezen zijn van Jacobus, de broer van Johannes, de eerstgeroepenen door Jezus. Als een van drie meest aanzienlijke leerlingen van Jezus staat hij in hoge eer en dus verering. Eeuwenlang zijn pelgrims op weg gegaan naar zijn graf, te voet en dwars door Europa. De schelp met de sluiting naar boven geldt als zijn symbool en de pelgrims dragen die op hun hoofddeksel, mantel of rugzak. Zo is in dit voorjaar ons gemeentelid Paul Faas van Centrum-West op weg gegaan. Afgelopen juli kwam hij weer in Vlaardingen thuis. Een unieke ervaring rijker en alle reden voor een gesprek dat ik met hem voeren mocht, ondersteund met veel documenten – een pelgrimspaspoort – en fotomateriaal, zelfs een heel boekwerk met bij de foto’s door hemzelf geschreven tekst voor degenen die hem volgden via Polarsteps. De eerste vraag was natuurlijk wat hem bewogen heeft tot deze pelgrimstocht. Paul vertelde: met zijn vrouw Marca maakte hij al vele langere wandelingen, Bij een toevallige ontmoeting met een wandelaar op het Pieterpad werd hij door deze laatste enthousiast gemaakt voor de tocht naar Santiago de Compostella. Nog kort daarvoor met pensioen gegaan, zou het een eenmalige kans zijn om zijn hele werkzame leven en alle levenservaringen eens de revue te laten passeren. Later kon het er misschien niet meer van komen. Dus voorbereiden en gaan. In 2020 moest zijn tocht al snel afgebroken worden, want door corona waren de locaties om te overnachten gesloten. In dit voorjaar pakte hij de tocht weer op het punt waar hij eerder was gestopt. Een andere vraag die ik hem voorlegde was die van de spirituele kant. Je kunt enorme voettochten maken, maar dit is een pelgrimsroute, dus met een geloofskant daaraan, het menselijk bestaan wordt bijbels wel beschouwd als een pelgrimstocht. Paul beaamde de geloofskant van zijn pelgrimage: het is een avontuur dat trekt en onderweg heb je verschillende geloofservaringen. Dat waren de gebedsdiensten in de kloosters die overnachtingen aanboden voor pelgrims; dat waren de momenten waarop je alleen met jezelf was, gaande over soms lastig gebaande paden (hij was blij met de twee wandelstokken die hij had meegenomen) en zeker toen zijn vrouw Marca jarig was en die dag in het ziekenhuis moest verblijven. ‘Dan kom je jezelf heel goed tegen’ zei hij, ‘je zou het liefste meteen terug naar huis en Marca zei toch verder te gaan op mijn tocht’. Paul herkende en beaamde de uitspraak: op de tocht van je leven kom je jezelf tegen en medepelgrims en daarin ontmoet je soms God. Dat bracht het derde gesprekspunt: wat heb je als het meest indringende ervaren op je weg? Het antwoord meteen: de ontmoetingen met anderen die ook de Camino gingen, de gastvrijheid van mensen en alle hulpvaardigheid als ik ergens niet uit kwam of mee zat. Onbekende mensen, die je waarschijnlijk ook nooit meer zult ontmoeten: ze zetten zich in om je verder op weg te helpen. Paul noemde concrete namen en personen, zoals een echtpaar uit Troyes, dat hem hielp om bij een aanvankelijk onwillige apotheek de gewenste magnesiumsupplementen te kopen. En het meest emotionele? was de laatste vraag. Dat was de aankomst op het plein voor de kathedraal in Santiago na al die weken en al die etappes lopen door alle weersoorten tot en met het ontwijken van coronabesmettingen die in de overnachtingsverblijven aan de noordelijke route langs de Spaanse noordkust voorkwamen. De emotie van ‘ik ben er / ik heb het gehaald’ en het terugzien van medepelgrims die je zo nu en dan ontmoet had op bepaalde etappes. En het dubbele van die emotie: ‘nu is het over’. Paul vatte het samen: heel die tocht leef je in een soort bubbel; die van de etappe van die dag en de ontmoetingen met anderen, ook van allerlei nationaliteiten, met hele andere normen en waarden. Ik kan mij niet meer druk om alles maken. Deze ervaring was en is heel wezenlijk. Dank voor dit gesprek, Paul! | ||
terug | ||